“Alles zelf doen is optellen. Samenwerken is vermenigvuldigen.” (Groen et al., 2014, p. 55)

Studenten leren in groep werken door het gewoon te doen. Toch? Dit is hoe samenwerken in veel opleidingsonderdelen althans gezien wordt. Daarbij gaan we er dikwijls vanuit dat studenten al doende leren samenwerken, met vallen en opstaan. Ervaring en onderzoek hebben echter laten zien dat een belangrijk aspect van ‘leren’ samenwerken zit in het ondersteunen van studenten in de ontwikkeling van hun samenwerkingscompetenties (Slavin, 2014; van Zundert, Sluijsmans & van Merriënboer, 2010). Dit houdt dus meer in dan het leren samenwerken door het gewoon te doen. In deze tip gaan we in op hoe docenten en opleidingen samenwerkingscompetenties bij studenten kunnen ondersteunen.

 

Een bredere kijk op samenwerkingscompetenties?

In de literatuur wordt doorgaans het onderscheid gemaakt tussen een ‘groep’ en een ‘team’. Een groep mensen is gewoon een verzameling van mensen, terwijl er pas sprake is van een team wanneer er: 1) een gemeenschappelijk doel is, 2) nauwe samenwerking, 3) onderlinge afhankelijkheid en 4) betrokkenheid. In het hoger onderwijs wordt samenwerken voor studenten vaak ingericht voor groepen en minder voor teams. Samenwerken wordt dan louter gezien als de grootte van de individuele bijdrage aan het eindproduct (bv. hoeveel heeft student B effectief geschreven aan de groepspaper volgens een peer assessment evaluatie).

In hun latere beroepscontext zullen studenten vaak met anderen samenwerken, waarbij niet enkel de bijdrage aan het eindproduct van belang is. Daarnaast wordt er evenzeer belang gehecht aan zaken zoals: initiatief tonen bij het leggen van contacten, houden aan gemaakte afspraken, tonen van loyaliteit, constructief feedback geven en ontvangen, actief luisteren en anderen laten uitspreken, of meewerken aan het oplossen van problemen. Deze visie op samenwerken veronderstelt een bredere kijk op samenwerken dan de vaardigheden leren door het ‘gewoon doen’. Zo kan er ook expliciet ingezet worden op kennis over samenwerken (bv. aanbrengen van luistertechnieken) en samenwerkingsattitudes (bv. op een constructieve manier feedback leren ontvangen).

In wat volgt, geven we enkele tips om deze ideeën rond de ondersteuning van samenwerkingscompetenties concreet gestalte te geven binnen opleidingsonderdelen en opleidingen.

1. Geef studenten inzicht in hoe ze in team (kunnen) functioneren

​Verschillende opleidingen gaan meer en meer inzetten op opdrachten en technieken die studenten aanzetten om na te denken over hoe ze (kunnen) samenwerken. Dit kan de vorm van workshops aannemen (bv. aan de start van een groepsproject/-opdracht een workshop over groepsdynamica), tot volledige opleidingsonderdelen (bv. over ‘professionele samenwerking’, zoals in het IPSIG project in verschillende opleidingen aan de UAntwerpen - zie Tsakitzidis & Van Royen, 2015). Vragen of thema’s die hierbij aan bod kunnen komen zijn onder meer:

  • Reflecties over hoe studenten in team functioneren
    Wat zijn mijn sterktes als ik samenwerk met anderen? Wat is kenmerkend voor mijn benadering van werken in team? Hoe ga ik om met plotse veranderingen of moeilijkheden in een team? Welke zijn mijn persoonlijke valkuilen? Hoe kan ik omgaan met mensen die op een heel andere manier samenwerken? Dergelijke reflecties kunnen onder meer voortkomen uit oefeningen rond groepsprofilering (bv. de teamrollen van Belbin in Groen et al., 2014; kwaliteitenoefeningen in Gerritsen & Nauta, 2008).
  • Reflecties over hoe studenten als team (kunnen) functioneren
    Vaak wordt er enkel gereflecteerd op het functioneren van individuen in een groep, terwijl het belang van groepsreflecties ook duidelijk aangetoond is (Tannenbaum & Cerasoli, 2013; voorbeelden vind je in Tsakitzidis & Van Royen, 2015). Dit kan onder meer inhouden dat er doorheen het teamproces gewerkt wordt met team debriefings. Bij dergelijke debriefings wordt een leidraad gebruikt die als team doorlopen wordt. Leidende vragen kunnen hierbij zijn: ‘Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat er een gedeelde visie is’ ‘Wanneer zaten jullie niet op dezelfde lijn zaten en heeft dit tot vertraging/fouten geleid?, ‘Geef een voorbeeld van teamgedrag waarbij de motivatie of het vertrouwen een boost/knak gekregen heeft’. 
  • Methoden voor effectieve taak- en rolverdeling
    Studenten zien samenwerken vaak heel sterk gericht op het resultaat of eindproduct (bv. de groepspaper, het project). Maar door hen actief aan de slag te laten gaan rond bepaalde taken of rollen waarmee ze minder vertrouwd zijn, kunnen ze uitgenodigd worden om in een ‘leermodus’ te komen over samenwerking. Zo kunnen studenten via alternerende rollen uitgedaagd worden om eens een maand de rol van leider/moderator/rapporteur/… op te nemen, of om eens een rol op te nemen die (op het eerste gezicht) minder hun talent is. Verder kunnen ze ook aangemoedigd worden om vanuit hun samenwerkingsprofielen op zoek te gaan naar de meest effectieve manieren van samenwerken voor hun gegeven team (bv. eerst de analisten aan de slag laten gaan, dan de planners etc.). Op deze manier gaan studenten niet enkel productgericht werken maar ook relationeel nadenken als team.
  • Technieken voor groepscommunicatie en -besluitvorming
    In elk groepsproces komen in mindere of meerdere mate conflicten voor. Studenten kunnen ook ondersteund worden in het leren omgaan met conflicten en het hanteren van participerende besluitvorming. Zo kan er kan expliciet gedoceerd worden over technieken rond conflictmanagement. Verder kunnen studenten tijdens het proces aangezet worden om na te denken over vragen zoals: ‘Geef een voorbeeld van een conflict of verschil in mening dat het team op een productieve manier gemanaged heeft’, ‘geef een voorbeeld van een situatie die geen bijdrage heeft geleverd aan het project of die negatieve consequenties heeft gehad’. Ten slotte, werken sommige docenten met een soort etiquette waarin beschreven wordt welke problemen studenten eerst zelf in groep moeten aankaarten/proberen oplossen (bv. te laat komen, gedeeltelijk niet halen van een planning) en welke ze via de docent aankaarten (bv. een student is meer dan 20% van de tijd afwezig, een meeliftende student niet betrokken krijgen bij de groep na twee mislukte pogingen door de groep zelf).

 

2. Ondersteun met een leerlijn doorheen de opleiding de aandacht voor samenwerkingscompetenties

Op zich kan het zeker zinvol zijn om een korte workshop over samenwerking in te bedden in een opleidingsonderdeel vooraan in het curriculum. Nog mooier is het natuurlijk, als de ideeën rond samenwerkingscompetenties opgebouwd worden doorheen een aantal opleidingsonderdelen, met name in een leerlijn rond samenwerkingscompetenties. Zo kan er geleidelijk aan kennis en inzicht opgebouwd worden over samenwerken, en kunnen studenten deze al doende in de praktijk omzetten. Studenten kunnen daarnaast ook eerst verschillende formatieve kansen krijgen om in team te leren werken, vooraleer ze hierop (summatief) beoordeeld worden. Daarnaast kan er voor een opleiding als geheel gekeken worden naar de opbouw en variatie in groepssamenstelling (zie ook ECHO-tip 2018: Groepsindeling bij groepswerk. Op deze manier hebben studenten op het einde van een opleiding niet enkel ‘al wel wat in groep gewerkt’ (vaak met dezelfde medestudenten), maar hebben ze ook al inzicht verworven in hun eigen sterke punten/valkuilen/allergieën/… bij het samenwerken, en hebben ze leren omgaan met verschillende samenwerkingspatronen in diverse situaties.

Meer weten?

Gerritsen, A. G. A., & Nauta, A. P. (2008). Samenwerking is te leren! Maar hoe?Tijdschrift voor Medisch Onderwijs, 27(3), 109-119.

Groen, R., Feijen, E., Hennevanger, P., & Meester, A. (2014). Samenwerken in projecten: De teamrollen van Belbin voor studenten. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

Slavin, R. E. (2014). Cooperative learning and academic achievement: Why does groupwork work?2014, 30(3), 7. doi:10.6018/analesps.30.3.201201

Tsakitzidis, G., & Van Royen, P. (2015). Leren interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg: De Boeck.

Vanthournout, G., Verdurmen, C., & Stes, A. (2009). Ontwerpen, begeleiden en evalueren van taken (Hoofdstuk 7, pp. 128-164), in P. Van Petegem (Red.). Praktijkboek Activerend Hoger Onderwijs. Tielt: LannooCampus.

van Zundert, M., Sluijsmans, D., & van Merriënboer, J. (2010). Effective peer assessment processes: Research findings and future directions.Learning and Instruction, 20(4), 270-279.

 

(onderwijstip maart 2018)