Het feit dat de handschriften tot verschillende talen behoren, biedt de mogelijkheid de manuscripten in te delen volgens hun taal. Terwijl in het verleden de handschchriften, ongeacht hun taal, elkaar op de boekenplank opvolgden, zodat hun volgnummer op deze ook de signatuur van het handschrift was, krijgt in de nieuwe opvatting het handschrift een volgnummer binnen de taalcomponent waartoe het behoort (bijv. Neerl. 1 etc.).  

Bij de toewijzing van een volgnummer aan een manuscript binnen de taalcomponent werd zoveel mogelijk rekening gehouden met de bekendheid van het oude nummer in de wetenschappelijke literatuur, dat dan in principe bleef behouden (bijv. de oude signatuur hs. 1, tevens planknummer, wordt behouden in de taalsignatuur Neerl. 1 dat op planknr. 1 blijft staan).

Uiteraard brengt deze nieuwe schikking hier en daar de nodige verschuivingen mee, wil men binnen de taalcomponenten de signaturen numeriek op elkaar laten volgen. Het zal bijgevolg niet altijd mogelijk zijn het volgnummer binnen een taalcomponent te laten samenvallen met de oude signatuur die ook het planknummer was (bijv. de oude signatuur hs. 9, tevens planknummer, is heden Neerl. 3 dat evenwel op plankr. 9 blijft staan). De manuscripten blijven bijgevolg  (enkele gevallen uitgezonderd) op hun oude plaats op de boekenplank staan.

In dit geval raadplege men de concordantielijsten van de signaturen per taalgroep en overeenkomstige planknummers, en van de planknummers en overeenkomstige taalsignaturen. Het is trouwens geraadzaam deze altijd te consulteren alvorens een manuscript aan te vragen.

De taalcomponenten zijn:
Lat. - manuscripta Latina (Latijnse handschriften).
Misc. - manuscripta Miscellanea (taalgemengde handschriften).
Neerl. - manuscripta Neerlandica (Nederlandse handschriften).
Var. ling. - manuscripta Variarum linguarum (Duitse, Franse en Engelse handschriften).

Bijzondere aandacht verdienen de bijlagen. De eerste en tweede generatie jezuïetenleden van het Ruusbroecgenootschap voorzagen de manuscripten van losse informatie gaande van aantekeningen – soms opgetekend in overgebleven open ruimten van voor andere doeleinden gebruikte beschreven en bedrukte vellen papier van ongelijke formaten – tot een gedeeltelijke of volledige transcriptie van een manuscript, handgeschreven of in machineschrift. Dit studiemateriaal werd weing ordelijk  bij de handschriften bewaard, zodat mogelijk sommige notities in de loop der jaren zijn verdwenen of nog niet werden teruggevonden. In het geval van een transcriptie werd hieraan zelfs een signatuur gegeven, alsof het een authentiek literair-historisch document betrof. Merendeels zijn alle bijlagen losgekoppeld van de handschriften en worden zij in enveloppen bewaard, opgeborgen in de daartoe bestemde platte dozen (Bijlagen Latina, Miscellanea, Neerlandica, Variae linguae) met verwijzing naar de handschriften waarop ze betrekking hebben (bijv. Bijlage Neerl. 1 etc.). De bijlagen die behoren bij fragmenten worden doorgaans samen met deze in een chemise bewaard.

Mededeling
Het Titus Brandsma-Instituut  te Nijmegen heeft in een ver verleden (vóór 1975) enkele handschriften van het Ruusbroecgenootschap op microfiches gefotografeerd, die werden opgenomen in de Brandsmacollectie “Bronnen voor de geschiedenis van het geestelijk leven in de Nederlanden”. Het betreft volgende manuscripten.

Oud nummer Nieuw nummer Brandsmacollectienummer
7 Neerl. 4 M 1391
8 Neerl. 5 M 1392
10 Neerl. 7 M 1123
17 Neerl. 17 M 1125
18 Neerl. 18 M 1126
20 Neerl. 10 M 1397
22 Neerl. 22 M 1200
23 Neerl. 23 M 1127
25 Neerl. 24 M 1201
26 Misc. 26 M 1128
32 Neerl. 32 M 1129
33 Neerl. 33 M 1204
34 Neerl. 34 M 1130
35 Lat. 17 M 1400
40 Neerl. 40 M 1131
41 Neerl. 61 M 1132
50 Neerl. 50 M 1122
56 Neerl. 56 M 1121
60 Neerl. 60 M 1133
61 Neerl. 52 M 1134
65 Neerl. 54 M 1210
70 Neerl. 58 M 1211
71 Neerl. 71 M 1212
72 Neerl. 59 M 1213
82 Neerl. 66 M 1413
89 Neerl. 72 M 1415
95 Neerl. 80 M 1419
157 Neerl. 117 M 1421

Frans Hendrickx
(januari 2018)